Vier op de vijf Belgen is trots op zijn job
Een grote meerderheid van de Belgische werknemers (81 procent) is trots op zijn of haar werk. Dat blijkt uit een enquête van hr-dienstverlener Tempo-Team in samenwerking met KU Leuven. Vooral de inhoud van het werk, de samenwerking met collega’s en de maatschappelijke relevantie dragen bij tot dat gevoel.
Voor veel Belgen is hun job bovendien meer dan een bron van inkomen: drie op vier zien hun werk als een deel van hun identiteit. De trots groeit ook met de leeftijd. Bij de 55-plussers noemt 87 procent zich trots op het werk dat hij of zij doet. Onder de 35 jaar is dat net geen 80 procent. Arbeiders en bedienden verschillen nauwelijks: in beide groepen is ongeveer 8 op de 10 trots op hun job.
Werk is voor veel mensen ook een onderwerp waar ze graag over praten. Ruim twee derde van de Belgen deelt geregeld verhalen over het werk met vrienden en familie. Voor jongeren onder de 35 is dat zelfs een vast gespreksonderwerp bij eerste ontmoetingen. Toch weet 1 op de 10 partners niet precies wat de ander professioneel doet.
De belangrijkste bron van trots is de inhoud van het werk zelf (59%), gevolgd door collegialiteit (37%) en de impact op anderen (36%). Werknemers die zich trots voelen, zijn doorgaans ook meer gemotiveerd, productiever en meer betrokken. Ze waarderen hun werk, collega’s en leidinggevenden gemiddeld anderhalve punt hoger dan werknemers die geen trots ervaren. Die werkvoldoening vertaalt zich in aanbevelingen: 62 procent van de Belgen zou zijn of haar job aanraden aan een vriend. Meer dan de helft zou zijn werk zelfs aanbevelen aan hun eigen kinderen.
Lees meer