Stijging maximumbedrag maaltijdcheques toch ten koste van de werkgever
Vanaf 1 januari 2026 stijgt het maximale bedrag van een maaltijdcheque van 8 naar 10 euro per gewerkte dag. Dat besliste de federale regering in het kader van haar sociaal-fiscale hervormingspakket. De maatregel moet het nettoloon van werknemers opkrikken zonder de loonnorm te doorbreken. “Op kosten van de overheid”, liet premier De Wever noteren, maar klopt die redenering ook?
Voor de werknemer verandert er op papier weinig: de eigen bijdrage blijft 1,09 euro per cheque. Dat bedrag ligt vast en wijzigt niet met de verhoging van het maximumbedrag. Het zijn dus de werkgevers en de overheid die het verschil moeten dekken.
Concreet stijgt de maximale werkgeversbijdrage van 6,91 euro naar 8,91 euro per cheque. Voor iemand die voltijds werkt in een vijfdaagse week betekent dat een potentieel extra voordeel van zo’n 440 euro op jaarbasis. Maar dat bedrag is niet gegarandeerd. Werkgevers zijn niet verplicht om het hogere bedrag toe te kennen. Ze kunnen dat wel doen, via een individueel contract of een collectieve arbeidsovereenkomst. In veel gevallen vereist een aanpassing overleg op bedrijfs- of sectorniveau, en dat vraagt tijd.
Om de verhoging fiscaal aantrekkelijker te maken, verhoogt de regering ook de fiscale aftrekbaarheid van maaltijdcheques: van 2 naar 4 euro per cheque. Dat bedrijven 2 euro extra in mindering kunnen brengen, betekent echter niet dat ze de stijging van de werkgeversbijdrage voor de maaltijdcheques meteen compenseren. De effectieve besparing hangt af van het tarief van de vennootschapsbelasting. Bij een tarief van 25% resulteert 2 euro extra aftrek in een belastingbesparing van 0,50 euro (25% van 2 euro). De rest betaalt de werkgever uit eigen zak.
Volgens critici zet de maatregel bovendien de loonnormwet onder druk. De formele loonnorm voor 2025-2026 blijft 0%, maar deze verhoging leidt toch tot extra loonkosten. Zeker in sectoren waar maaltijdcheques al op het maximum staan, ontstaat druk om dat plafond ook effectief te verhogen. Tegelijk geldt: wie het niet doet, riskeert zijn positie op de arbeidsmarkt te verzwakken.
Lees meer