Nog geen duidelijke AI-regels op de werkvloer
Sinds februari 2025 gelden in Europa de eerste uniforme regels voor artificiële intelligentie, maar in de praktijk blijkt de toepassing op de werkvloer allesbehalve duidelijk. Uit een onderzoek van Acerta Consult bij ruim 2.000 werknemers en 500 bedrijven blijkt dat zeven op de tien werknemers vinden dat hun organisatie nog geen duidelijke afspraken heeft over het gebruik van AI-tools.
De helft van de Belgische werknemers gebruikt intussen AI op het werk. Voor één op tien hoort dat zelfs bij de dagelijkse routine. Toch weet 43,1% niet of ze bepaalde AI-tools mogen inzetten. Dat zorgt voor grijze zones, bijvoorbeeld over het gebruik van systemen zoals ChatGPT, vertaalsoftware of interne AI-toepassingen. De meeste werkgevers staan wel positief tegenover AI: ruim de helft laat het gebruik toe onder voorwaarden, een derde zelfs zonder beperkingen. Maar duidelijke, toegankelijke richtlijnen ontbreken vaak.
Volgens de Europese AI-verordening moeten bedrijven niet alleen aangeven wat kan en niet kan, maar ook AI-opleidingen organiseren voor hun personeel. Op dat vlak lopen veel organisaties achter: meer dan een derde van de bedrijven gaf nog geen enkele AI-opleiding en heeft daar ook geen plannen voor. Slechts 40% bood vorig jaar al training aan, 24% zegt dat nog dit jaar te willen doen.
Werknemers hebben wél honger naar kennis. Zes op de tien werknemers staat open voor AI-opleidingen, ook oudere medewerkers. Toch heeft 63,2% nog geen opleiding gekregen of is het niet duidelijk of er plannen zijn. Het toont hoe groot de kloof is tussen de verplichtingen van de wet en de dagelijkse realiteit.
De Europese verordening verbiedt intussen het gebruik van AI-toepassingen die bijvoorbeeld emoties proberen te detecteren, maar voor veel andere tools is het aan de werkgever om duidelijkheid te scheppen. Zolang dat niet gebeurt, blijft AI op de werkvloer balanceren tussen innovatie en onzekerheid.
Lees meer