Mobiliteit - De voorkeuren van medewerkers veranderen volop
Trends als de drang naar duurzaamheid en het niet meer weg te denken hybride werken veranderen volop de mobiliteitsnoden van ondernemingen en hun mensen. Twee mobiliteitsexperts werpen hun licht op de evoluties van vandaag en morgen. (Dimitri Dewever)
Corona heeft het thuiswerk in een stroomversnelling gebracht en dat is ondertussen een blijver geworden. Dat merkt ook Stijn Daniels, verbonden aan Transport & Mobility Leuven, gespecialiseerd in beleidsondersteunend onderzoek rond verkeer, personen- en goederenvervoer. Dat betekent concreet dat mensen niet langer dagelijks naar het werk pendelen, maar eerder enkele dagen per week. Het klopt dat het woon-werkverkeer hierdoor daalt in frequentie, maar niet noodzakelijk wat betreft het afgelegde aantal kilometers. “Omdat mensen niet langer elke werkdag naar het bedrijf hoeven, zijn ze bereid om voor een werkgever te kiezen die zich veel verder van hun woonplaats bevindt. Medewerkers zijn dan minder vaak onderweg per week, maar wél bereid om langer te reizen”, klinkt het.
Fietswerkers
Een andere markante trend is het toenemende gebruik van elektrische fietsen en in iets mindere mate e-steps binnen de samenleving. “Hierdoor is de tweewieler voor steeds meer mensen een waardig alternatief vervoersmiddel geworden bij hun woon-werkverkeer”, merkt Cathy Macharis, professor duurzame mobiliteit aan de onderzoeksgroep Mobilise van de VUB. “Veel mensen zijn tijdens de lockdowns beginnen te fietsen en ze zijn dat vandaag blijven doen, we zien dat ook in de cijfers. Tussen de zomer- en herfstvakanties van 2021 is het fietsgebruik in Brussel bijvoorbeeld 86 procent gestegen.” De fietsboom binnen de vrije tijd van mensen is met andere woorden overgesprongen naar het woon-werkverkeer. Voor wie verder dan tien kilometer van zijn of haar werk woont, vindt ook de speedpedelec steeds meer ingang. “De fietslease is een belangrijke nieuwe trend.”
Koning auto
Stijn Daniels meent dat bedrijfswagens ook de komende jaren nog steeds belangrijk zullen blijven. “Een firmawagen blijft zowel voor de werkgever als de werknemer fiscaal nog altijd zeer interessant – zeker de plug-in hybride en de full electric variant. Veel medewerkers beschouwen een bedrijfswagen nog altijd als een verworven recht, dat afbouwen of wegnemen wordt moeilijk, vooral omdat zo’n wagen binnen de wedloop om talent een belangrijk extralegaal voordeel blijft.” Ook veel gezinnen zien een wagen als een grote troef. Voorlopig zorgen ook de stijgende energieprijzen niet voor minder gereden kilometers op de weg. “Nee, want de tankkaart die bij veel werknemers bij de bedrijfswagen hoort, zorgt dat net deze groep de stijging niet voelt”, benadrukt Cathy Macharis.
Deelvervoer
Wat met deelvervoer, waarbij (bedrijfs)wagens, fietsen en steps gedeeld worden onder verschillende gebruikers en waartoe medewerkers via een abonnementsformule toegang hebben afhankelijk van hun individuele wensen en noden? “Deelmobiliteit zal de komende jaren zeker blijven groeien maar zal binnen de totale mobiliteitsmix allicht nog enige tijd klein blijven”, voorspelt Stijn Daniels. “Het wordt immers vooral gebruikt door een jonger publiek, waardoor deelmobiliteit eerder een bijkomende optie zal blijven, eerder dan dat ze een grote mobiliteitsverschuiving zal veroorzaken.”
Mobiliteitsbudget
Het mobiliteitsbudget dat mensen kunnen spenderen aan het transportmiddel van hun keuze verandert daar volgens Daniels weinig aan. “Er bestaan nog nauwelijks tot geen onderzoeken of cijfers die de impact daarvan aantonen op mobiliteitsveranderingen. Het mobiliteitsbudget is wishful thinking maar voorlopig nog geen gamechanger.” Dat ziet Cathy Macharis anders: “Het klopt dat mensen vlak na de invoering van het mobiliteitsbudget hier amper op intekenden. Maar de overheid heeft ondertussen de voorwaarden versoepeld. Steeds meer aanbieders hebben ook het gebruik ervan ondertussen vergemakkelijkt, waardoor de drempels om het in te voeren in de mobiliteitspolicy van bedrijven toch enorm naar beneden gaan. Sommige leasingmaatschappijen laten mensen bijvoorbeeld met één kredietkaart makkelijk van de ene naar de andere transportmodus overstappen. We zien dan ook dat steeds meer werkgevers hun mensen toegang bieden tot een mobiliteitsbudget.”
Openbaar vervoer
Abonnementen op het openbaar vervoer dan: voor wie slechts enkele dagen per week naar het bedrijf pendelt, is een maandabonnement misschien niet langer de beste optie? “Dat klopt”, bevestigt Cathy Macharis. “Zowel de NMBS als de MIVB bestuderen en testen momenteel flexibele abonnementen, waarmee mensen bijvoorbeeld x-aantal dagen per week kunnen rijden, en niet langer een volledige maand.” Stijn Daniels verwacht eerder dat het aantal abonnementen op trein, tram/bus of metro de komende jaren structureel zal dalen. “Net door die evoluties als de opkomst van de elektrische fiets en het blijvende belang van bedrijfswagens gaan mensen in combinatie met het toegenomen thuiswerk eerder voor die mobiliteitsoplossingen dan voltijds voor het openbaar vervoer kiezen. Openbare vervoersmaatschappijen die flexibele abonnementsformules in de markt zetten, kannibaliseren zichzelf daar voor een stuk mee”, klinkt het ook.
Toekomstmuziek
Mobiliteit die volgens sommige onderzoekers in de nabije toekomst steeds meer zal evolueren van bezit naar gebruik, ziet Stijn Daniels er evenmin snel komen. “Dat toekomstbeeld wordt misschien realistisch wanneer de autonoom rijdende wagen zijn brede ingang binnen de samenleving heeft gevonden. Maar dat is voorlopig nog verre toekomstmuziek.” Vermijden, verschuiven en verschonen: dat is volgens Cathy Macharis de toekomst van onze mobiliteit. “Door het structurele telewerk zullen verplaatsingen maximaal vermeden kunnen worden. Met verschuiven zie ik dat mobiliteit steeds meer een dienst wordt en dat mensen heel flexibel kunnen switchen tussen auto, fiets en het openbaar vervoer. Verschonen spreekt voor zich: de elektrificatie van het bedrijfswagenpark is vandaag al volop aan de gang en zal zich vanaf 2026 maximaliseren. Zelfrijdende wagens zijn pas voor over twintig jaar of later maar passen volgens mij mooi in de trend van gedeeld vervoer en de verschuiving van de wagen van bezit naar gebruik.”
Dit artikel is verschenen in Top 5.000, die beschikbaar is in pdf.