Effectenrekeningen: antimisbruikbepalingen herzien?
De statistieken van de Nationale Bank zijn duidelijk: de afgelopen tien jaar is het financiële vermogen van particulieren en niet-financiële vennootschappen algemeen toegenomen. Is het niet logisch dat de jaarlijkse taks op effectenrekeningen (JTER) van meer dan een miljoen euro dat ook doet? Dat is echter niet het geval.
Ze brengt jaar na jaar minder op. In die mate zelfs dat het Rekenhof het aangewezen vindt om te onderzoeken of er geen nieuwe specifieke antimisbruikbepalingen moeten worden ingevoerd, maar dan nu in de vorm van een weerlegbaar vermoeden, met duidelijke richtlijnen voor de fiscus en de financiële tussenpersonen.
Aanvankelijk trad de wetgever hard en zonder veel onderscheid op toen hij een onweerlegbaar vermoeden van misbruik invoerde voor twee situaties: bij de splitsing van een effectenrekening in meerdere rekeningen bij dezelfde tussenpersoon en bij de omzetting van belastbare effecten in effecten op naam.
In oktober 2022 volgde het voorspelbare verdict. Het Grondwettelijk Hof vernietigde de twee bepalingen, met als gevolg dat de fiscus voortaan het potentiële fiscale misbruik in die gevallen moet bewijzen. In de praktijk heeft de belastingadministratie daardoor weinig controlemiddelen tot haar beschikking.
Lees meer