Edito Top Industrie: boerenverstand
In het strategische steekspel van partijen die omwille van het maatschappelijke belang in combinatie met de zorg voor de respectieve achterban hun hakken soms fel in de modder zetten, worden boeren en industrie wel eens gretig als (natuurlijke) vijanden uitgespeeld. Links en rechts werd al gewag gemaakt van een nieuwe boerenkrijg. Hoewel de context op het einde van de 18e eeuw anders was dan nu, zullen sommigen beweren dat zowel de opstand van toen tegen de Franse bezetter als die van vandaag er één is van kleintjes die meestal het onderspit delven in hun verzet tegen de grote jongens.
In die toxische sfeer van de voorbije maanden verstikt de eigen perceptie wel eens de realiteit, die naar goede gewoonte ergens tussenin ligt. Op dat toneel is het verleidelijk om het vooral over tegenstellingen te hebben en door te knippen wat ons verbindt. In meerdere segmenten hebben landbouw en industrie elkaar nodig om de consument voldoende goeds van eigen bodem aan te reiken en vooruitgang te boeken. Al is er op het vlak van duurzaamheid langs alle kanten en dus met een blik in de spiegel tot aan de keukentafel werk aan de winkel. Hopelijk kunnen we die wijsheid aan de dag leggen en die vermaledijde uitstoot van schadelijke stoffen recht evenredig verlagen met de soms zinloze bagger die ons om de oren vliegt. Onze kinderen van wie wij de wereld lenen, zullen ons dankbaar zijn.
Van hardlopen tot struikelen
Ondertussen regent het analyses, gaande van 5 voor 12 tot het nakende einde van een historische cluster. In deze Top leest u een aantal van die relevante inzichten. De algemene solvabiliteit ziet er volgens onze cijfers alvast niet slecht uit en heel wat industriële ondernemingen boeren goed. Dat blijkt uit de Trends Gazellen die dit voorjaar bekendgemaakt worden en waarbij de verschillende clusters met 407 of 17% van de 2.400 genomineerden vertegenwoordigd zijn. De voedings- en drankensector (23%) neemt de grootste spie uit die taart, gevolgd door metaal (15%) en chemie & plastics (15%). De farmaceutische industrie komt met 5% pas op de 8e plaats. Als we naar de omvang kijken, zijn de grote industriële bedrijven met 26% het best in hun categorie vertegenwoordigd, gevolgd door KMO’s (13%) en kleine bedrijven (9%). Geografisch zijn er met Henegouwen (29%), Luik (24%) en West-Vlaanderen (24%) 3 provincies waar de industrie meer dan 1/5e van de Gazellen levert. Limburg en Oost-Vlaanderen volgen beide met 19% op korte afstand.
Naast hardlopers zijn er helaas ook ondernemingen die struikelen. Zo betekende 2023 het einde voor 4.068 industriële bedrijven. Daarmee ligt het aantal stopzettingen opnieuw een pak hoger dan voor en tijdens de pandemie. In vergelijking met 2022 moest de sector vorig jaar 13% meer faillissementen (449) slikken. Opvallend is de negatieve uitschieter in de voedingssector. Aangezien we qua oprichtingen op het laagste niveau van de voorbije jaren afstevenen, wordt de industrie voor het eerst met een daling van het totale aantal actieve bedrijven geconfronteerd.
Eén van de uitdagingen voor een kapitaalintensieve sector ligt in de nood aan voldoende financiële middelen om de (internationale) concurrentie aan te gaan. Bij stijgende rentevoeten was dat niet evident en misschien kan de recente daling die pil wat verzachten, al zullen banken vanuit de CSRD-richtlijnen meer duurzame voorwaarden opleggen. Daarnaast staan buitenlandse investeringen onder druk door onze dure energietarieven en arbeidskrachten, in combinatie met dat politieke getouwtrek. Is er voldoende boerenverstand om die koord te laten vieren en samen de handen aan de ploeg te slaan?
Tommy Browaeys (Publisher)
De nieuwe Top Industrie is beschikbaar via Trends Magazine van 25 januari en in PDF.