Vinden

“Deze war for talent zal nog zeker tien jaar aanhouden”

Het lijkt een stevige paradox: terwijl we al ruim twee jaar van de ene pandemie in de andere crisis sukkelen, verkeert onze arbeidsmarkt in bloedvorm. De werkloosheidscijfers zijn historisch laag en werkgevers zoeken zich suf naar geschikt personeel. (Filip Michiels) 

Op onze arbeidsmarkt lijkt de war for talent weer helemaal terug en dat mag best een verrassing heten: amper anderhalf jaar geleden kreunde onze economie nog onder de gevolgen van de pandemie en de lockdowns en moest de overheid massaal financieel bijspringen. “Vandaag bereiken tal van arbeidsmarktindicatoren opnieuw recordniveaus”, bevestigt arbeidsmarktexpert Jan Denys (Randstad). “Gaande van het aandeel werklozen dat historisch laag ligt tot het aantal vacatures dat ongezien hoge toppen scheert. Dit is geen business as usual, zoveel is duidelijk. Maar toegegeven: ook ik ben verrast door de snelheid waarmee onze economie na corona opnieuw is opgeveerd.”

Dit gezegd zijnde: de huidige krapte op de arbeidsmarkt komt ook niet zomaar uit de lucht gevallen: nog voor de pandemie toesloeg, worstelden tal van sectoren al met een personeelstekort. Vooral de demografische evolutie voedt de huidige tekorten. Tegelijk spelen er een aantal andere factoren, die onder meer door de pandemie nog in een stroomversnelling zijn geraakt en lijken een aantal bedrijven nog altijd onvoldoende te beseffen dat ze vandaag in een andere wereld zijn beland die ook een andere aanpak en andere oplossingen vraagt.

“Er wordt natuurlijk al jarenlang gewaarschuwd voor de vergrijzing op de arbeidsmarkt, maar pas vandaag begint die zich ook in alle sterkte door te zetten”, weet Philip Van Eeckhoute, gedelegeerd bestuurder van HR-specialist Liantis. “Voor flink wat werkgevers, die hun personeelskader de voorbije jaren toch nog behoorlijk vlot aangevuld kregen, is dit nu een pijnlijk ontwaken. Bepaalde jobs krijgen ze letterlijk niet meer ingevuld, waardoor ze moeten uitkijken naar creatieve en alternatieve oplossingen. Concreet denk ik dan aan medewerkers in andere statuten, bijvoorbeeld free- lancers, maar op termijn wellicht ook aan de automatisering van bepaalde taken.” Volgens Jan Denys hebben bedrijven ook altijd een beetje de neiging gehad de evoluties op de arbeidsmarkt te onderschatten. “Er wordt effectief al flink wat jaren gewaarschuwd voor de impact van de vergrijzing, maar bedrijven hadden de voorbije jaren natuurlijk heel veel andere katten te geselen. Nu worden ze enigszins in snelheid gepakt.”

Grotere risicobereidheid

Het zou nochtans te kort door de bocht zijn, vindt Van Eeckhoute, om de huidige problemen en uitdagingen op de arbeidsmarkt uitsluitend aan de demografische evolutie toe te wijzen. “Ik heb het gevoel dat de pandemie ook de mindset bij heel wat mensen veranderd heeft. We werden toen maandenlang gedwongen om een stuk zelfstandiger te gaan werken. Wellicht heeft dit een aantal werknemers ook gesterkt in het idee dat ze wel degelijk over een bepaalde unieke expertise beschikken en hebben zij intussen beslist om de sprong te wagen en hun diensten als freelancer te gaan aanbieden bij verschillende werkgevers. De risicobereidheid lijkt een stukje gegroeid en de cijfers tonen dat ook aan: het aantal freelancers in ons land neemt nog elk jaar toe.”

Jan Denys zit op eenzelfde golflengte, maar nuanceert ook enigszins. “Anno 2022 maken freelancers – zelfstandigen zonder personeel dus – zowat zes procent uit van de werkende bevolking in ons land. Een gedeelte daarvan is dan nog enkel freelancer in bijberoep. Het aantal freelancers zit nog altijd in de lift, maar of die trend nu een echte gamechanger wordt, dat durf ik toch enigszins te betwijfelen.” Wat ongetwijfeld ook meespeelt in die groeiende populariteit van het freelance-statuut, is het fiscale aspect. Heel wat freelancers richten immers ook een eigen vennootschap op, waardoor ze netto doorgaans een heel stuk meer overhouden dan wanneer ze gewoon in loondienst aan de slag zouden blijven. “Dat klopt”, bevestigt Van Eeckhoute, “maar het plan dat minister Van Peteghem (CD&V) onlangs op tafel legde, zou op dat vlak wel eens een stevige fiscale gamechanger kunnen worden. Dat plan viseert immers nadrukkelijk de zogenaamde ‘vervennootschappelijking’ in ons land. Hierdoor zouden de extra inkomsten als freelancer weleens niet langer meer kunnen opwegen tegen het grotere risico dat je toch ook loopt in vergelijking met een loontrekkende.”

De Liantis-topman wijst er ook op dat een mix van freelancers en werknemers op de werkvloer van werkgevers ook een zeer doordachte managementaanpak vraagt. “Het verschil in statuut en soms dus ook in netto-verloning tussen collega’s, vraagt permanente aandacht voor de interne billijkheid op de werkvloer. Terwijl je als werkgever tegelijk zoveel mogelijk over de interne cohesie moet waken. Daar staat dan weer tegenover dat de huidige krapte er ons echt toe dwingt om af te stappen van onze verouderde en vaak ook sterk hiërarchische visie op de arbeidsmarkt. Nieuwe uitdagingen en een nieuwe situatie vragen ook om innovatieve oplossingen. Wetgeving en sociale akkoorden hollen de realiteit op het terrein uiteraard altijd wel enigszins achterna.”

Uitzonderlijke rijkdom aan problemen

De huidige krapte op de arbeidsmarkt mag dan al eerder structureel dan conjunctureel zijn, we kunnen natuurlijk niet blind blijven voor die ene, reusachtige olifant in de kamer: de geopolitieke situatie waarin Europa sinds begin dit jaar in verzeild is geraakt. De Russische inval in Oekraïne heeft niet enkel tot uit de pan swingende energieprijzen en een historisch hoge inflatie geleid, ook het ondernemersvertrouwen zit intussen in een stevige dip. Moeten we dan op korte termijn toch niet voor een recessie en mogelijk ook een onverwachte crisis op de arbeidsmarkt vrezen?

“Een milde recessie lijkt me op korte termijn zeker niet uitgesloten”, klinkt het bij Jan Denys. “Die zou dan ook tot een lichte stijging van de werkloosheid kunnen leiden en hier en daar zal de krapte selectief ook wat afnemen. Maar de komende tien jaar blijft de uitstroom uit de arbeidsmarkt op hetzelfde hoge niveau. Op langere termijn zullen we dus met deze krapte moeten leren leven en dus moeten werkgevers op zoek naar interne én externe oplossingen. Intern betekent dit: maximaal inzetten op functionele flexibiliteit binnen het bestaande werknemersbestand. Extern denk ik onder meer aan de rekrutering van atypische profielen – ook in het buitenland – maar net zo goed aan een kritische zelfevaluatie. Werkgevers moeten hun rekruteringsbeleid onder de loep durven te nemen, ze moeten meer inzetten op interne opleidingen, noem maar op.”

“De verleiding is inderdaad groot om nu voor een afkoeling op de arbeidsmarkt te waarschuwen”, beaamt Philip Van Eeckhoute. “Sommige werknemers zullen zich nu tijdelijk misschien iets steviger vastklampen aan hun stoel, maar dat is in mijn ogen een heel tijdelijk fenomeen. Zodra de Oekraïne-crisis achter de rug is, zou de migratie op onze arbeidsmarkt zich net nog veel sneller kunnen doorzetten. Vergeet niet dat er vandaag heel veel samenkomt: de massale uittocht van de babyboomers, jazeker, maar net zo goed een aantal disruptieve trends zoals automatisering en digitalisering. Deze periode is voor mij echt wel redelijk ongezien. De instroom van jongeren kan onmogelijk de uitstroom van ervaren oudere arbeidskrachten compenseren, en ik vermoed dan ook dat deze war for talent nog wel een tiental jaren zal aanhouden.”


Dit artikel is verschenen in Top 5.000, die beschikbaar is in pdf.

Terug
Partner Content
Partner Content
Do Not Call Me (DNCM)

De Bel-Me-Niet-Meer! lijst groeit elke maand. Wist je dat maar liefst 12,3% van alle bedrijven in België zijn nummer heeft geregistreerd? Til je prospectie naar een hoger niveau, vermijd monsterboetes en stel je in regel met de wet op telemarketing. Surf naar dncm.be voor meer info.

Infotheek
Belgian Digital Economy 2024

Belgian Digital Economy – Overview 2024

Tweede pensioenpijler in beeld

De tweede pensioenpijler in beeld
 

Werkloosheids- en promotieval naargelang de ondernemingsvorm

Werkloosheids- en promotieval en de verschillen in belastingdruk naargelang de ondernemingsvorm