Achter de Balansen: De rendabiliteit van onze industrie is weg
Met berichten over verlies aan jobgroei, besparingsplannen of sluitingen zijn de echo’s over de Belgische industrie anno 2024 allerminst positief. Een analyse van Trends Business Information bevestigt de onheilsberichten. (Wouter Temmerman)
Om zicht te krijgen op de gezondheidstoestand van de Belgische industrie spitte Trends Business Information de balansen uit van om en bij 24.000 bedrijven. De cijfers uit 2023 vergeleken we met gegevens die teruglopen tot 2019. Een eerste belangrijke indicator van de fitheid van de industrie is de cashflow. Die geeft aan welk bedrag ondernemingen werkelijk over een bepaalde periode verdienen. Uit de analyse van de balansen blijkt dat nauwelijks 5% van de industriebedrijven erin is geslaagd om de cashflow in 2023 te laten toenemen tegenover 2022. Voor bijna 19% van de industrie resulteert dat zelfs in een negatieve cashflow. Het pijnlijkste cijfer komt op het conto van de 43 hele grote bedrijven (met meer dan 1.000 werknemers). Het mediaancijfer van hun cashflow loopt terug van 121 miljoen euro in 2022 naar nog slechts 8,9 miljoen euro in 2023.
“De rendabiliteit is weg”, zegt Pascal Flisch, financieel analist bij Trends Business Information. “In de balansen lezen we dat de grote bedrijven zware investeringen hebben gedaan en bovendien hoge personeelskosten en financiële kosten dragen. Daardoor zakt de cashflow van deze bedrijven met afgerond maar liefst 93%. Weet ook dat deze bedrijven met die 8,9 miljoen euro cash ook hun bestaande kredieten dienen terug te betalen.”
Veel moeite om niets te verdienen
Kijken we meer in detail naar de zware kosten die Flisch aanhaalt, dan vallen meteen de personeelskosten op. De indexering toont dat deze kosten ongeacht de bedrijfsgrootte de pan uitswingen met toenames tussen 6 en 11%. “Het is een evolutie waaraan geen enkel bedrijf ontsnapt”, aldus Pascal Flisch. Die personeelskosten betalen bedrijven met de toegevoegde waarde die ze realiseren en ook daar zien we een op zijn minst gemengd beeld. Bij de kmo’s en de grote bedrijven (tot 1.000 werknemers) slagen negen op de tien bedrijven erin om de inflatie te compenseren met een toegenomen toegevoegde waarde. “Dat zou kunnen betekenen dat de industrie er vrij goed in geslaagd is om de prijsverhogingen door te trekken naar hun klanten”, aldus Flisch. Belangrijke nuance: de hele grote bedrijven konden dat niet en zagen hun toegevoegde waarde met 4% terugvallen, bovenop de inflatie van eveneens 4%. “Dit zijn slechts 43 bedrijven, maar ze hebben een grote betekenis”, plaatst Flisch het cijfer in perspectief. “De verklaring kan nooit positief zijn. Ofwel hebben de hele grote industriebedrijven hun volumes gehouden maar marge verloren. Ofwel is hun volume gekrompen en zijn ze bijgevolg marktaandeel kwijtgespeeld.”
Trends Business Information berekende voor deze groep ook de rendabiliteit op de toegevoegde waarde en stelde vast dat die met amper 2,3% zeer laag ligt. “Dat cijfer zegt dat deze bedrijven heel veel moeite doen om vervolgens niets te verdienen. Of zoals de bedrijven zelf zouden redeneren: doe je hetzelfde elders in de wereld, dan heb je minder zorgen. Dit is een cijfer dat onze overheden wakker moet schudden.”
Als we in de Antwerpse haven, thuisbasis van de grootste petrochemische cluster van Europa, aankloppen met de zorgwekkende cijfers van de Belgische industrie, dan bevestigt kersvers Antwerps havenschepen Johan Klaps (N-VA) de vaststellingen. “We tikken tegen de grenzen van het haalbare aan”, zegt hij. “De industrie is in een perfecte storm terechtgekomen. Denk aan de hoge loonkost aangejaagd door automatische indexering, aan de energieprijs die een veelvoud is van de Amerikaanse en aan de (vaak Europese) regeltsunami. Als klap op de vuurpijl spelen bijzonder grote geopolitieke uitdagingen met oorlogssituaties en protectionistische reflexen bij grootmachten, om de nakende Trump II-administration niet bij naam te noemen.” Binnen de verklaringen die Klaps aanhaalt voor de sputterende industrie, accentueert hij het vergunningskader dat investeringen bemoeilijkt. “We zitten met een inflatie aan motivatieverplichtingen, procedureronden en een karrenvracht aan uitzonderingsgronden. Een vlotter verloop van vergunningsprocedures is dus primordiaal. Daar moeten we als stadsbestuur onze rol spelen om te kunnen wegen op de realisatie van een vlotter vergunningskader en op een fiscale hervorming.”
Enkel onkosten compenseren
Naast de gestegen personeelskosten, maakt de balansanalyse ook duidelijk dat de financiële kosten de industrie zorgen baren. Investeringen zijn zoals gezegd onvermijdelijk in de industrie en in 2023 gingen die in zowat elke bedrijfscategorie gepaard met een stijging van de financiële kosten. Die loopt op naarmate de bedrijven groter worden en dat is op zich niet onlogisch voor bedrijven met een internationale actieradius. Het is echter vooral de stijging bij de bedrijven van meer dan 200 werknemers die het licht op rood zet. Het gaat om stijgingen met bijna 50% of meer. De intussen ingezette rentedaling kwam te laat om de kosten voor 2023 binnen de perken te houden.
Kijken we in de balansen naar de netto-investeringen, dan bevestigen de cijfers dat de investeringen voor de hele grote bedrijven zwaar zijn geweest. Deze groep bedrijven zag de netto-investeringen met 30% groeien. “De daaraan gekoppelde gestegen financiële kosten vreten de marge op”, aldus Pascal Flisch. “Sinds 2020 is er een onophoudelijke stijging van de investeringen. Dat is verontrustend, omdat je ooit een punt kan bereiken waarop je niet meer in staat bent om verder te investeren, terwijl dat echt nodig blijkt. Met de investeringen in performantie en efficiëntie counteren deze bedrijven immers de gestegen personeels- en energiekosten. Dat is belangrijk om te begrijpen: het gaat hier niet om investeringen om meer en beter te doen, maar gewoon om investeringen die moeten helpen om de onkosten te compenseren.”
Ook Johan Klaps bevestigt de noodzaak aan grote investeringen om de industrie verder te laten groeien en plaatst dat in een internationaal perspectief. “De transitie in onze industrie en in onze haven is echt wel ingezet”, zegt hij, “maar het is voor bedrijven echt niet evident om alle uitdagingen aan te gaan en intussen de rendabiliteit niet uit het oog te verliezen. Binnen Europa gooien onze buren Frankrijk en Duitsland er vele miljarden tegenaan om hun industrie op te krikken, terwijl de Verenigde Staten hen de afgelopen jaren ook nog eens overpowerden met hun Inflation Reduction Act. Dat maakt het voor onze industrie nog moeilijker.”
Realiteitszin
In een sector waarin kapitalisatie immens belangrijk is, loont het de moeite om tot slot ook de solvabiliteit van de industrie onder de loep te nemen. Deze ratio geeft aan in welke mate bedrijven afhankelijk zijn van hun schuldeisers. Helaas zijn de cijfers op dat vlak evenmin rooskleurig. Eén op de zeven heeft een negatieve solvabiliteit. Het gaat vergeleken met 2022 om een lichte daling, maar het blijft voor de industrie een te hoog cijfer. Twee op de drie bedrijven haalt de drempel van 25% solvabiliteit en dat is zelfs een kleine groei. Toch een lichtpuntje? “Dat is op zich goed nieuws”, besluit Pascal Flisch, “maar ook hier moeten we wat voorzichtigheid inbouwen. Algemeen wordt 25% solvabiliteit gezien als de drempel om bedrijven als gezond te beschouwen, maar in de industrie is het goed om op een ratio tussen 30 en 35% te mikken. De verbetering van de solvabiliteit zou zich nog sterker mogen doorzetten.”
Johan Klaps pleit tot besluit voor een realistisch verwachtingspatroon voor de industrie en kijkt daarbij vooral naar de Europese eisen. “Je kan van onze industrie echt geen giga-inspanningen verwachten voor CO2-reductie én stikstof én waterkwaliteit én natuurherstel én tussendoor PFAS tackelen, en dat liefst in een periode van vijf tot tien jaar. Het is belangrijk dat onze industrie kan blijven doen waar ze goed in is: pionieren, innoveren en jobs en welvaart creëren. De industrie is niet het probleem, ze is juist de oplossing van het probleem. Innovatie zal altijd de oplossing zijn naar een betere toekomst. Daarom moet het voor de industrie vooral gaan over duidelijke, ambitieuze, maar realistische prioriteiten.”
Trends Top Industrie zit vandaag bij Trends Magazine en is beschikbaar in PDF.