Vinden

Van euro’s besparen naar kilowattuur besparen

Duurzaamheid heeft veel facetten en hetzelfde geldt voor facility management. De facility manager is daardoor goed geplaatst om het duurzaamheidsbeleid mee vorm te geven. (Laurenz Verledens)

De facility manager is de spin in het web. Vastgoed, mobiliteit, catering, werkplekinrichting, afvalbeheer… noem maar op, het zit vaak geheel of gedeeltelijk bij de facility manager. Facility management heeft op die manier een impact op heel veel domeinen die gelinkt zijn aan duurzaamheid. Het is daarom ook logisch dat in heel veel bedrijven de facility manager een grote rol krijgt toebedeeld in het duurzaamheidsbeleid. Zo legt Martine Roeges, manager facilities bij Randstad Group, uit waarom ze niet verrast was toen het interne project Road to Net Zero aan haar takenpakket werd toegevoegd. De veelzijdigheid van facility managers is meer dan ooit een troef, meent ze.

Jonathan Martens, head of sustainability bij facilitair dienstverlener ISS, maakt een gelijkaardige analyse en benadrukt de coördinerende rol van de facility manager. “Als wij bijvoorbeeld het energieverbruik in een gebouw beheren dan behoort het systematisch onderhoud van de ketel tot onze verantwoordelijkheden. Dat is in essentie een controletaak. Maar tegelijk kunnen we ook anticiperen, want we kennen het gebouw en we hebben inzicht in de prestaties van de ketel. We koppelen dus kennis aan data. Dat laat ons toe om kort op de bal te spelen. We zijn zo ook goed geplaatst om in te schatten wanneer zo’n ketel aan vervanging toe is.”  

Klimaatverandering en vastgoed

Duurzaamheid staat vandaag hoog op de agenda bij tal van organisaties. Dat geldt in het bijzonder voor het subthema van de klimaatverandering. “De laatste jaren is de aandacht voor het klimaatthema in een enorme stroomversnelling gekomen”, zegt Jonathan Martens. “En de energiecrisis heeft het thema nog meer op de voorgrond geplaatst.” Martine Roeges bevestigt: “Toen ik hier zes jaar geleden begon, was sociale inclusie het dominante thema in het CSR-rapport van Randstad Group”, zegt  ze. “Zo verwonderlijk was dat natuurlijk niet – op een goede manier omgaan met mensen behoort tot de core business van Randstad – maar het viel toch wel op dat het thema ‘Planet’ slechts beperkt aan bod kwam. De focus lag vooral op ‘People’ en ‘Profit’. Dat is intussen veranderd.”

Dat facility managers steeds vaker en uitdrukkelijker duurzaamheidsprojecten op hun bord krijgen, kan niet los gezien worden van die toegenomen aandacht voor de klimaatverandering. Facility management leunt traditioneel immers sterk aan bij het vastgoedbeleid van bedrijven. En het is een feit dat gebouwen een gigantisch aandeel – om en bij de 30 procent – hebben in de wereldwijde CO2-uitstoot.

Met de toegenomen aandacht voor het thema is ook de manier van kijken veranderd, weet Martine Roeges: “Vroeger hadden we een werkgroep ‘milieu’. Dat was behoorlijk vrijblijvend. We verzamelden goede ideeën, mensen konden bij de werkgroep terecht met vragen, enz. Vandaag gaat het er helemaal anders aan toe. We werken met heel duidelijke  KPI’s (Key Performance Indicators) en we worden daar ook op afgerekend. En dat gaat dan niet over ‘je moet zoveel euro besparen’, maar wel over ‘je moet zoveel kilowattuur besparen’.”

Nood aan een inhaalbeweging

Jonathan Martens wijst in dat verband ook op de grotere en dwingende rol van Europese regelgeving. “Het merendeel van de bedrijven is er op de één of andere manier wel mee bezig, maar we zien dat dit nog aan heel verschillende snelheden gebeurt”, zegt hij. “Je hebt voorlopers die al een uitgewerkte CO2-impactmeting hebben. Anderen ontdekken het thema nu pas en staan dus eigenlijk nog in de startblokken. Maar vanuit Europa is er vandaag al een enorme push naar meer non-financial data reporting. Dat is vooral van tel voor beursgenoteerde bedrijven.”

Martine Roeges merkt op dat België niet voorop loopt in het beperken van de CO2-uitstoot. “Zeker op het vlak van onze gebouwen zullen we een serieus tandje moeten bijsteken”, stelt ze.  “Onze regelgeving is nog erg vrijblijvend en voorziet tal van uitzonderingen. Dat kan niet blijven duren: op een bepaald moment zullen we alle gebouwen moeten aanpakken. Hetzelfde geldt voor de uitrol van digitale meters: ook daar heeft ons land een serieuze achterstand die we op korte termijn zullen moeten inhalen.” 

Investeringen dringen zich dus op. Maar Martens en Roeges voeren wel meteen aan dat ook met kleine acties grote resultaten kunnen worden geboekt. “Door goed te communiceren, mensen te sensibiliseren en ook de rapportering ter harte te nemen kan je het verschil maken”, meent Jonathan Martens. “Laat de medewerkers ook zelf initiatieven nemen”, adviseert  Martine Roeges. “Daar bereik je vaak meer mee dan met van bovenaf opgelegde regels. De facility manager moet niet de politieagent willen spelen.

Communicatiecampagnes zijn heel belangrijk. Met technieken zoals ‘gamification’ (nvdr - het gebruiken van spelelementen om mensen te motiveren) en ‘nudging’ (nvdr - mensen subtiel stimuleren om de wenselijke keuze te maken) kan je ook veel bereiken.” 

Mensen zijn de beste sensoren

Slimme gebouwen hebben de toekomst, weten facility managers. En voor het opkrikken van de gebouwintelligentie verwachten ze veel van sensoren. Dat is terecht, vindt Thomas Vanhumbeeck, CEO van het Leuvense software-bedrijf FixForm. “Maar”, zegt hij, “wat veel mensen niet beseffen is dat ze de beste sensoren al in hun gebouw hebben. Het zijn de ogen en oren van de gebruikers en bezoekers. We noemen ze ‘human sensors’.”

Het is vooral een kwestie om die ‘human sensors’ actiever en efficiënter in te zetten. “Als er bijvoorbeeld een probleem is met een toestel, dan zullen mensen dat soms spontaan melden”, zegt Vanhumbeeck. “Maar die klachtmelding gebeurt via allerlei kanalen: per mail, via Whatsapp, per telefoon, gewoon mondeling… En ze spreken ook niet altijd de juiste persoon aan. Gevolg: de facility manager ziet door de bomen het bos niet meer.” Een reëel risico is dan dat de klacht niet of niet snel genoeg wordt behandeld. Waarna mensen ook afhaken om problemen te melden.

FixForm ontwikkelde vanuit die problematiek een systeem waarbij problemen makkelijk gemeld kunnen worden door het scannen van een QR-code. “Elke QR-code is uniek en is verbonden met een bepaalde plek of installatie in het gebouw”, legt Vanhumbeeck uit. “Bij een probleem moet de gebruiker van het gebouw gewoon de QR-code scannen. Er is geen app voor nodig en hij moet zich ook niet registreren. Op die manier houden we de drempel bewust heel laag. En de melding komt ook meteen terecht bij de juiste persoon.”

Volgens Thomas Vanhumbeeck zijn facility managers enthousiast over het concept: “In het begin merken we soms weerstand. Sommige facility managers vrezen dat ze door het verlagen van de drempel overstelpt zullen worden door meldingen. In de praktijk blijkt dat goed mee te vallen. In de eerste weken na de implementatie hebben ze het vaak wel iets drukker. Dat komt omdat mensen soms al lang met bepaalde frustraties over de werking van toestellen of het gebouw rondlopen. Als ze die dan plots op een makkelijke manier kunnen uiten, zullen ze dat ook doen. Maar dat effect ebt al snel weg. En dan zijn facility managers vooral opgetogen over de efficiëntievoordelen van een centraal platform.”

FixForm, dat recent de allereerste Digital Innovation Award van de vastgoedsector ontving, werkt nu aan een meldingssysteem dat ook in de publieke ruimte gebruikt kan worden. Vanhumbeeck: “We bestuderen of het haalbaar en zinvol is om ons systeem van de QR-codes te combineren met geolocatie via satellietsignalen. Hiervoor werken we onder de naam Qrew samen met projectontwikkelaar Revive.”


Dit artikel is verschenen in Top Bouw die beschikbaar is in pdf.

Terug
Partner Content
Partner Content
Do Not Call Me (DNCM)

De Bel-Me-Niet-Meer! lijst groeit elke maand. Wist je dat maar liefst 12,3% van alle bedrijven in België zijn nummer heeft geregistreerd? Til je prospectie naar een hoger niveau, vermijd monsterboetes en stel je in regel met de wet op telemarketing. Surf naar dncm.be voor meer info.

Infotheek
Belgian Digital Economy 2024

Belgian Digital Economy – Overview 2024

Tweede pensioenpijler in beeld

De tweede pensioenpijler in beeld
 

Werkloosheids- en promotieval naargelang de ondernemingsvorm

Werkloosheids- en promotieval en de verschillen in belastingdruk naargelang de ondernemingsvorm