Vinden

Supply chain - Physical internet

Dankzij het physical internet krijgen organisaties hun goederen op de beste manier op hun bestemming en worden vraag en aanbod optimaal op elkaar afgestemd. Twee experts van Imec en Future Logistics Hub in Zeebrugge vertellen hoe ondernemingen vandaag al kunnen meebouwen aan het slimme transportnetwerk van morgen. (Dimitri Dewever)

Het physical internet is een concept dat mikt op een efficiëntere en duurzamere manier van transport en logistiek. Het idee is om goederen en producten op een vergelijkbare manier te vervoeren als hoe informatie over het internet wordt verstuurd. Net zoals een e-mail de volledige netwerkcapaciteit gebruikt om snel en efficiënt van zender naar ontvanger te stromen, zouden ook goederen de volledige capaciteit van de multimodale transportinfrastructuur moeten gebruiken. Dat is meer dan ooit nodig: alleen al omdat trucks tijdens 20% van hun ritten leeg rondrijden en ze in 80% van de gevallen slechts voor iets meer dan de helft gevuld zijn. Er vallen dus veel winsten te boeken: zowel op vlak van kosten als uitstoot.

Van academisch concept naar inspiratie via concrete cases

Het physical internet bleef jarenlang vooral een academisch concept. Vandaag zetten al heel wat organisaties, bedrijven, overheden en onderzoeksinstellingen concrete stappen in de realisatie ervan. De Future Logistics Hub van POM West-Vlaanderen, gevestigd in de ABC-toren in Zeebrugge, werpt zich wat dat betreft op als een interactief belevingscentrum. Onder meer KMO’s kunnen er kennismaken met het potentieel van het physical internet en er verschillende  best practices ontdekken. “Geautomatiseerde magazijnen, blockchain, AR/VR, synchromodaliteit: het komt allemaal aan bod”, zegt Barbara Peene, program manager physical internet transport en logistiek bij POM West-Vlaanderen.

Bedrijven kunnen informatie, inspiratie en concrete cases ontdekken die focussen op vijf thema’s: digitaliseren, automatiseren, collaborative shipping, value added logistics en last mile logistiek. Om de mogelijkheden te verkennen, spelen bezoekers van Future Logistics Hub een serious game, waarin ze al gamend vanuit de rol van een internationale planner de voordelen van het physical internet ervaren. “Eigenlijk wordt het transport vandaag te individueel bekeken”, vertelt Barbara Peene. “Veel bedrijven hebben eigen magazijnen en distributiecentra, terwijl ze wel zoals vele andere organisaties dezelfde transportmodi gebruiken die dezelfde routes nemen en zo congestie veroorzaken: van file op de snelweg tot het geblokkeerde Suezkanaal.”

Klimaatdoelstellingen en focus op multimodale oplossingen

Door het goederentransport te stroomlijnen via het physical internet, waarbij bedrijven de capaciteit van alle modi zoals truck, trein, schip en vliegtuig optimaal benutten, verloopt transport efficiënter, goedkoper en duurzamer. “We mogen niet vergeten dat transport een belangrijke hefboom is voor het behalen van de klimaatdoelstellingen”, zegt Barbara Peene. “Als Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent ter wereld wil worden, dan is daar vandaag actie voor nodig.”

Ook omdat de vraag naar transport de komende jaren allicht zal blijven stijgen onder invloed van diverse factoren, waaronder e-commerce, is het nodig om in te zetten op multimodale oplossingen. “Elk bedrijf groot en klein kan vandaag al starten om zich voor te bereiden op de komst van het physical internet”, stelt Barbara Peene. “Dat kan al met kleine stappen; van het automatiseren van magazijnprocessen naar nauwer samenwerken met klanten en leveranciers op vlak van transport en het bundelen van goederenstromen.”

Physical Internet Living Labs

Begin 2021 werd het project Physical Internet Living Lab (PILL) gestart: een driejarige samenwerking tussen onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), Imec en het Vlaams Innovatieplatform voor Logistiek (VIL), met de steun van VLAIO. Het programma beoogt een praktische implementatie van het physical internet voor transportnetwerken. “We creëren met PILL niet alleen een blauwdruk, maar we ontwikkelen ook een proof of concept, met een echt werkende oplossing, data en betrokken bedrijven en goederenstromen”, verduidelijkt Joris Finck, R&D Team Lead bij Imec en projectleider bij PILL.

Daarbij viel de keuze uiteindelijk op de ontwikkeling van een softwareoplossing die het boeken en plannen van ad-hoc transport (dus niet het transport dat verloopt via langetermijncontracten) efficiënter en duurzamer maakt. Dat gebeurde na uitgebreid onderzoek en feedback van een adviesraad met meer dan twintig leden, waaronder DP World, Port of Antwerp-Bruges, Air Cargo Belgium, Microsoft, Sensolus en De Vlaamse Waterweg: bedrijven, technologieproviders en overheden dus.

Snel, duurzaam, kostenefficiënt

“Het systeem is een beetje vergelijkbaar met een slimme routeplanner, die op basis van dynamische informatie de best passende routes genereert”, gaat Joris Finck voort. “Uniek is dat de software daarbij niet alleen de snelste manieren voorstelt om goederen van punt A naar B te transporteren, maar ook via welke vervoersmodi of een combinatie ervan.” Daartoe leest de software in de eerste plaats de transportmiddelenstromen van de aan het systeem gekoppelde bedrijven en hubs. “Vervolgens faciliteert de software de mogelijkheid om via een externe boekingstool een schip, trein of truck te reserveren, op basis van hun vrije capaciteit en de status van het transportnetwerk”, klinkt het.

Daarbij kan onder meer gekozen worden tussen het snelste transportmiddel, het duurzaamste vervoer met een zo laag mogelijke uitstoot of de meest kostenefficiënte oplossing. Joris Finck: “Wanneer zo’n boeking bevestigd wordt, ontstaat er een dynamische interactie tussen alle betrokken partijen. Zo leggen goederen misschien eerst enkele kilometers per truck af, worden ze vervolgens verplaatst via het spoor en daarna via een schip: de combinatiemogelijkheden zijn eindeloos. Bedrijven beslissen bovendien zelf welke data of transportoplossingen ze meegeven aan het systeem en welke niet.”

Testbedrijven en toekomst

PILL zoekt nu logistieke partijen om het systeem binnen hun werkterrein praktisch uit te testen. Onder meer op basis van die gebruiks- ervaringen zal de software dit jaar verder verbeterd worden. Blijft wel de vraag: wie vervult er bij dergelijke multimodale transportnetwerken de rol van orkestleider en bepaalt de spelregels; is dat een sectorvereniging, de overheid of zijn dat de aangesloten bedrijven zelf? “Dat is voorlopig nog één van de openstaande vragen”, erkent Joris Finck. “Belangrijk volgens ons onderzoek is wél dat het systeem decentraal werkt, en dat het – net zoals het digitale internet vandaag – niet door één partij uitgebaat wordt.” Die neutraliteit is belangrijk, anders dreigt er competitie te ontstaan en voelen bedrijven zich misschien geremd om toe te treden.

In een verdere toekomst acht Finck het mogelijk dat containers via het physical internet automatisch reageren op disrupties binnen hun transportroute. Stel dat een container vastzit door een ongeval, dan zal die zijn weg binnen de transportketting vanzelf kunnen re-routen: door autonoom andere transportmodi te boeken. “Voor bedrijven wordt het physical internet sowieso een extra motivator om te digitaliseren”, besluit Joris Finck. “Zo kunnen ze deel uitmaken van een slim netwerk dat extra opportuniteiten opent.” De volledige realisatie van het physical internet volgt volgens ETP- ALICE (adviesorgaan van de EU, nvdr) tegen 2040. “Dat zal allicht geen big bang zijn, maar eerder geleidelijk verlopen.”


Dit artikel is verschenen in Top Transport die beschikbaar is in pdf.

Terug
Partner Content
Partner Content
Infotheek
Boordtabel van het concurrentievermogen van de Belgische economie

Boordtabel van het concurrentievermogen van de Belgische economie - 2023 - Executive summary
 

Psychosociale risico’s op het werk

Psychosociale risico’s op het werk - Verzameling van de rechtspraak van de arbeidsgerechten sinds 2016
 

Patentindex 2023

Patentindex 2023 (in het Engels)
 

 

Wetstraat
Sociaal akkoord voor federale publieke gezondheidssector

Wet houdende uitvoering van het sociaal akkoord voor de federale publieke gezondheidssector - BS 11 april, p. 41.604
 

Uitsluiting van bepaalde sectoren 'onderneming zonder handels- of industriële finaliteit'

Wet tot wijziging van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen tot invoering van de mogelijkheid om bepaalde sectoren uit te sluiten van het begrip onderneming zonder handels- of industriële finaliteit - BS 10 april, p. 41.266

Wijziging bijzondere vrijstellingsregeling btw voor kleine ondernemingen

Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen - BS 9 april, p. 40.955