Grote bedrijven twijfelen over België
Een analyse van de balansen van de 5.000 grootste bedrijven in ons land zet een aantal lichten op rood. De beschikbare cashflow daalt, investeringen komen onder druk en het aantal werknemers daalt. “Grote bedrijven vragen zich stilaan af of investeren in België nog wel relevant is.” (Wouter Temmerman)
De analyse van Trends Business Information op de jaarrekeningen die de 5.000 grootste bedrijven in ons land voor 2024 hebben neergelegd, leest bepaald niet als een pretje. De totale omzet van deze groep van grote bedrijven viel vorig jaar terug tot 945,5 miljard euro, een daling met 1,39% tegenover 2023 (958,8 miljard euro). In 2022 totaliseerde deze elitegroep nog 965 miljard euro. Het grootste bedrijf is goed voor een omzet van afgerond 41,5 miljard euro, maar in de Top 5.000 vinden we lang niet enkel de hele grote bedrijven. Zeven op de tien is een KMO met een omzet lager dan 100 miljoen euro. Het aantal bedrijven met meer dan 500 miljoen euro omzet blijft relatief beperkt. Samen tekenen ze voor iets meer dan 5% van de Top 5.000. De best vertegenwoordigde sector in de toplijst is de detailhandel in auto’s en lichte bestelwagens (201 bedrijven), gevolgd door de farmaceutische groothandel (112 bedrijven) en de residentiële woningbouw (101 bedrijven). Geografisch gezien ligt het zwaartepunt in Vlaanderen, dat tekent voor 60% van de Top 500-bedrijven en met die groep bovendien 68,9% van de totale omzet vertegenwoordigt.
Verlies aan competitiviteit
De daling van de totale omzet met 1,39% is een eerste niet al te opbeurende vaststelling, in de wetenschap dat de inflatie in 2024 nog boven 2% uitsteeg. Dat de verkopen er niet in slagen om de inflatie te verslaan, is volgens Pascal Flisch, financieel analist bij Trends Business Information, een veeg teken. “In deze analyse bevinden zich veel bedrijven die internationaal actief zijn”, legt hij uit. “De omzetcijfers wijzen op een verlies aan competitiviteit, het wordt almaar moeilijker om internationaal marktaandeel te veroveren. De impact van de Amerikaanse handelstarieven moet vanaf 2025 nog volgen, maar zelfs zonder die tarieven was het al moeilijk om internationaal iets te blijven betekenen.” Ondanks de terugvallende omzet slagen de grootste bedrijven er wel in hun getotaliseerde brutomarge licht te laten groeien. In 2024 haalde die net de grens van 200 miljard euro niet (199,5 miljard), goed voor een surplus van 1,66% in vergelijking met 2023. “Bij een dalende omzet is dat zeker niet slecht”, aldus Pascal Flisch, “wat betekent dat de grote bedrijven actief hun dagelijkse kosten voor diensten en aankopen trachten te beheersen. Deze brutomarge geeft aan dat het hen in 2024 is gelukt om de juiste prijs aan te rekenen en de inflatie te compenseren.”
Met minder personeel
Om te weten of de besparingslogica zich naast de dagelijkse kosten ook manifesteert op vlak van personeel dook Trends Business Information in de VTE-cijfers. De Top 5.000-bedrijven worden vaak gezien als de katalysatoren voor de werkgelegenheid in ons land. Tot 2023 dikten de personeelsbestanden aan, maar 2024 toont voor het eerst een lichte daling van het aantal voltijdse equivalenten (-0,27%). “Ook daar laten de besparingen zich voelen. De grote bedrijven hebben namelijk beslist om meer te doen met minder mensen”, aldus Pascal Flisch. “Ik verwacht dat deze tendens zich in de cijfers van 2025 zal doorzetten. De grote golf van ontslagen voltrekt zich op dit moment.” Een ander opvallend cijfer uit de VTE-analyse wijst op het aantal bedrijven met geen of nauwelijks personeel. 6% van de bedrijven verklaart niets over tewerkstelling en bijna 7% houdt het op minder dan tien werknemers. “De groep zonder personeel bleek bij nadere analyse niet te bestaan uit holdings of VZW’s”, verduidelijkt Pascal Flisch. “Het gaat om bedrijven met een duidelijke commerciële activiteit die er vermoedelijk voor kiezen om wat betreft personeel alles uit te besteden. Dat we het hier hebben over zowat 13% van de bedrijven is significant: we zijn op weg naar een nieuwe soort Top 5.000-bedrijven in ons land.”
Domper op de investeringsvreugde
Was 2023 nog een kanjer van een jaar op vlak van netto-investeringen, dan zet 2024 de grote bedrijven opnieuw met de voetjes op de grond. De netto-investeringen liepen terug met bijna 40% tot net geen 39 miljard euro. “Bedrijven schuiven beslissingen op de lange baan en wachten af hoe bijvoorbeeld Europese en Belgische wetgeving zal evolueren”, verklaart Pascal Flisch. “Ze stellen zich de puur financiële vraag of het sop de kolen wel waard is. Vorig jaar werd al duidelijk dat alternatieven zich aandienen als bedrijven in ons land te weinig rendement halen uit hun investeringen. Momenteel wachten ze af, maar dat mag niet te lang duren, anders recupereer je die investeringen nooit meer. Voor onze beleidsmakers geeft dat stof tot nadenken.” Een tweede opvallend cijfer over de investeringen: iets meer dan 700 bedrijven uit de Top 5.000 heeft een negatief netto investeringscijfer. Ook dat wijst op grote terughoudendheid: het gaat bijvoorbeeld om bedrijven die delen van hun productieapparaat verkopen en niet meer vervangen.
Twijfel in de geledingen
Hangt de beperkte appetijt om te investeren ook samen met een gebrekkige kaspositie van de grote bedrijven? Op zich tonen de cijfers voor 2024 eerder een consolidatie van de cashflow (+0,9%), maar de angel zit vooral bij de cashflow die beschikbaar blijft na de terugbetaling van bestaande investeringen. Die valt met 10% terug. “Wat overblijft voor nieuwe investeringen of voor de aandeelhouders krijgt daardoor een knauw”, weet Pascal Flisch. “Dat is het moment waarop aandeelhouders zich gaan afvragen of dergelijke cijfers nog volstaan en gaan twijfelen tussen België en andere locaties. Grote bedrijven vragen zich stilaan af of investeren in België nog wel relevant is. Helaas is de prognose voor 2025, getekend door de stijgende interesten, weinig positief.” De puzzel van de indicatoren voor 2024 brengt Pascal Flisch nog tot een laatste conclusie over de bedrijven die hun plekje opeisen in de groep van ’s lands grootste bedrijven. “De Top 5.000 van grootste bedrijven in ons land staat voor een transformatie”, kijkt hij vooruit. “De twijfel en beperkte rendementen zullen bedrijven doen verhuizen of doen verdwijnen. In hun plaats zien we een nieuw type van grote bedrijven opduiken, die vaak minder produceren en waarvoor geen personeel in de jaarrekening terug te vinden zal zijn.”