Geen extra opslag: loonmarge blijft hangen op 0%
De loonmarge (ook bekend als de loonnorm) blijft voor 2025 en 2026 steken op het niveau van de voorbije twee jaar: 0%. Dat betekent dat de door collectieve arbeidsovereenkomsten georganiseerde lonen in de privésector niet verder mogen stijgen dan de automatische indexering voorschrijft.
De loonmarge is een belangrijk onderdeel van de Loonnormwet en wordt om de twee jaar bepaald op basis van de berekeningen van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). Die gaat daarbij uit van de inflatievoorspellingen en van de verwachte evolutie van de loonkosten in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Aangezien deze landen drie cruciale handelspartners zijn voor ons land en de vele import- en exportstromen voor een zekere wederzijdse afhankelijkheid zorgen, stijgen de loonkosten er idealiter aan een gelijkaardig tempo. Zo niet, dan komt de competitiviteit van de Belgische economie in het gedrang.
De voorbije jaren evolueerde de loonmarge als volgt:
• 2017-2018: 1,1%
• 2019-2020: 1,1%
• 2021-2022: 0,4%
• 2023-2024: 0%
• 2025-2026: 0%
Werkgevers mogen de vastgelegde loonmarge niet overschrijden door overeenkomsten te sluiten op (inter)sectoraal, bedrijfs- of individueel niveau – tenzij via uitzonderlijke maatregelen als een koopkrachtpremie. Doen ze dat wel, dan riskeren ze een boete van 250 tot 5.000 euro vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers (maximaal 100).
Lees meer