CSRD: IT heeft dubbele verantwoordelijkheid
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van de Europese Commissie, die een verplichte duurzaamheidsrapportering voorschrijft, legt een enorme uitdaging op het bord van veel bedrijven. IT blijkt daarbij een deel van het probleem, maar vooral ook van de oplossing. (Dries Van Damme)
Dat het bedrijfsleven en de industrie belangrijke motoren zijn voor de duurzaamheidstransitie, staat als een paal boven water. 2024 zal een cruciaal jaar blijken, in die zin dat een deel van het Europese bedrijfsleven (verplicht) de daad bij het woord zal voegen in de vorm van duurzaamheidsrapportering. De CSRD-richtlijn – voluit Corporate Sustainability Reporting Directive – van de Europese Commissie schrijft voor dat beursgenoteerde bedrijven en bedrijven van openbaar belang vanaf 2025 aan duurzaamheidsrapportering moeten doen voor het boekjaar 2024, wat maakt dat er dit jaar flink wat werk op de plank ligt voor die ondernemingen.
De bedrijven die onder de CSRD vallen, krijgen te maken met een interessante paradox. Het is ontegensprekelijk dat informatietechnologie voor heel wat onder hen de ruggengraat van de bedrijfsvoering vormt. Maar de exponentiële groei van digitale infrastructuur draagt aanzienlijk bij aan de ecologische last van bedrijven. Met name datacenters vereisen enorme hoeveelheden energie en koeling. Of bedrijven nu kiezen voor on-premise infrastructuur of werken met een leverancier van cloudservices: de impact op hun ecologische voetafdruk is er.
Remmende factor
De CSRD creëert enige bezorgdheid bij Belgische bedrijven. Zo bestaat er onder meer de vrees dat de richtlijn tot een zogeheten reporting trap zal leiden nadat ze dit jaar in nationale wetgeving is omgezet en op die manier zal drukken op de creativiteit en innovatie. Het klinkt dat vooral kleine en middelgrote bedrijven in een situatie zullen terechtkomen waarbij ze de beschikbare middelen in de eerste plaats zullen moeten besteden aan rapportering, met het oog op compliance.
Het valt dus af te wachten of de rapporteringsverplichtingen hun doel hierdoor net niet voorbij zullen schieten, wanneer er minder middelen overblijven voor concrete acties die voor een directere, positieve impact op het vlak van duurzaamheid zorgen. Een bijkomende bezorgdheid is dat, na de omzetting in nationale wetgeving, de lat in ons land hoger zal liggen in vergelijking met de rest van Europa. Vooral in Brussel en Wallonië zou de richtlijn een herculeswerk vormen, menen experts.
Essentiële hefboom
Tegelijkertijd heerst de consensus dat de toegenomen informatisering ook mee de basis zal vormen voor de oplossing van tal van duurzaamheidsuitdagingen. Het gebruik van cloudservices kan de behoefte aan fysieke servers verminderen en zo ook de energieconsumptie terugdringen, dankzij een efficiënt en optimaal gebruik van die diensten. In dat kader verkennen bedrijven volop de mogelijkheden van hybride cloudmodellen, waarin bepaalde applicaties – afhankelijk van hun aard, toepassing en vooral data – on-premise op eigen infrastructuur draaien en een ander deel van de applicaties via een publieke of private cloud.
Ook Agoria, de Belgische sectorfederatie voor technologiebedrijven, wijst op de dualiteit van IT op het vlak van duurzaamheid. Volgens het Digital4Climate-rapport, waarbij de focus vooral op de maak- en procesindustrie, de bouw-, de energie- en de logistieke sector ligt, zal inzetten op duurzaamheid via digitalisering bijdragen aan de ontwikkeling van de business. Zo kan digitalisering effectief bijdragen aan een verminderd energieverbruik en voor meer efficiëntie en circulariteit zorgen. Conclusie: ook al komt de toenemende ontwikkeling van IT met een bepaalde ecologische voetafdruk, het is wel een essentiële hefboom in het oplossen van het duurzaamheidsvraagstuk.
IT op het kruispunt
Een belangrijk deel van de bijdrage van IT zal (indirect) in de duurzaamheidsrapportering vervat zitten. Duurzaamheidsprogramma’s hebben immers enkel kans op slagen als ze aan de business gelinkt zijn. Het is op het kruispunt tussen duurzaamheid en business dat rapportering een meerwaarde creëert en IT voor de belangrijkste hefboom zorgt. De grootste uitdaging voor bedrijven bestaat erin duurzaamheid als abstract concept in concrete, meetbare KPI’s te gieten en die van kortbij op te volgen. Emissies, waarvan een deel afkomstig van IT, vormen slechts een fractie van de totale impact.
Het logische gevolg is dat duurzaamheidsmonitoring, die uiteindelijk de basis voor duurzaamheidsrapportering vormt, ontegensprekelijk in de ERP-systemen van bedrijven verankerd zal zitten. Ook bedrijven zien dat als een logische stap, omdat het de enige manier is om een 360-graden duurzaamheidsaudit mogelijk te maken. Die audits zullen vooral rond de ESG-score van bedrijven draaien: environment, social & governance.
Duurzaamheid en IT in de praktijk
IT zal niet alleen belangrijk zijn om die criteria te monitoren, maar ook om de scores erop te verbeteren. De opkomst van kunstmatige intelligentie suggereert bijvoorbeeld dat er veel nieuwe oplossingen op ons pad komen om zaken slimmer, efficiënter en dus duurzamer aan te pakken. Denk hierbij aan nieuwe toepassingen zoals kunstmatige intelligentie, maar ook aan tools om ESG-rapportering naar een hoger niveau te tillen. Hierdoor komen we opnieuw bij de belangrijke sleutelrol van data, waarvan liefst 64% nog steeds in lokale IT-infrastructuur bij de bedrijven zelf zit. Samenwerking met gespecialiseerde IT- en clouddienstverleners, maar ook tussen bedrijven onderling, zullen een belangrijke stap voorwaarts betekenen.
In de praktijk zien we enkele belangrijke ontwikkelingen die onderdeel zijn van dat verhaal en mee ondersteund worden door het hele (hybride) cloudmodel. In de eerste plaats is er het bekende Internet of Things (IoT) dat volop tractie krijgt. Het stelt bedrijven in staat hun processen te optimaliseren en zo grondstoffen efficiënter te gebruiken, minder energie te verbruiken en minder afval te produceren. IoT maakt realtime monitoring van cruciale duurzaamheidsgegevens mogelijk. Met nauwkeurige rapportering kunnen bedrijven geïnformeerde acties ondernemen om hun impact op het milieu te minimaliseren.
Via IoT komen we terecht op het terrein van de digital twin: het digitale model van een onderneming, dat toelaat ingrepen te simuleren en zo efficiënt in te grijpen. AB InBev werkt intussen met zo’n digital twin, waarbij de brouwerijreus zijn processen op een efficiënte en milieuvriendelijke manier wist te stroomlijnen. Bandenfabrikant Bridgestone slaagde er dan weer in 60% grondstoffen en CO2 uit te sparen. Ook slimme managementsystemen voor gebouwen doen op steeds meer plaatsen hun intrede en laten bedrijven toe om verwarming en koeling op een efficiëntere manier aan te sturen en zo minder energie te verbruiken.
Dubbele verantwoordelijkheid
Maar hoe weegt de voetafdruk van IT zelf door in deze balans? Er zijn de vele toestellen (en in dit verband vaak een gebrek aan circulariteit), datacenters en de netwerken van operatoren. Uit het rapport van Agoria blijkt dat de IT-sector verantwoordelijk is voor 2% van de totale CO2-uitstoot in ons land, maar het stelt tegelijk dat het realistisch is om die sectorale uitstoot met 10% te reduceren tegen 2030. Op die manier heeft de sector dus het potentieel om zijn eigen voetafdruk tot vijf keer volledig weg te werken. Maar het potentieel van IT overstijgt natuurlijk de IT-sector alleen: dankzij een slimme inzet van IT ligt bijna een derde van de doelstellingen tegen 2030 binnen handbereik, meent Agoria.
Het is overduidelijk dat IT meer dan een dubbele rol zal spelen in het duurzaamheidsvraagstuk en de bijhorende transitie. Niet alleen door IT-producten en -diensten zelf duurzamer te maken, maar ook – en vooral – door de inspanningen op het gebied van duurzaamheid te meten en rapportering te faciliteren. Dat is een meer dan noodzakelijke stap in 2024, het jaar waarin de CSRD- richtlijn op het bord van heel wat bedrijven terechtkomt in de vorm van de verplichte duurzaamheidsrapportering.