Vinden

Belgische arbeidsmarkt - Is het glas nu halfvol of halfleeg?

De politieke uitdaging om onze arbeidsmarkt een nieuw elan te geven valt eigenlijk in twee woorden samen te vatten, klinkt het bij arbeidseconoom Stijn Baert: politieke moed. Anouk Lagae, CEO van Accent, voegt daar voor de werkgevers nog twee woordjes extra aan toe: een beter retentiebeleid. (Filip Michiels)

Kunnen we anno 2023 nog wel van een ‘Belgische’ arbeidsmarkt spreken, nu de regionale verschillen – zowel qua werkloosheidspercentage als werkzaamheidsgraad – zo hoog oplopen? “Ja en nee”,  vindt arbeidseconoom en veelgevraagd spreker Stijn Baert. “Gaan we enkel af op de werkloosheidsgraad in de verschillende gewesten, dan zijn Vlaanderen en Wallonië inderdaad min of meer twee verschillende landen. In Oost- Vlaanderen bijvoorbeeld is vandaag amper één op de honderd mensen in de leeftijdscategorie 25-64 jaar werkzoekend. Dat is eigenlijk niets, die mensen zitten gewoon tussen twee jobs in. Elke Waalse provincie heeft daarentegen te kampen met een werkloosheidspercentage dat hoger ligt dan in om het even welke Vlaamse provincie.”

Bekijken we het aantal inactieven, dan lopen de verschillen tussen de gewesten in ons land minder hoog op. “Ook daar presteren Wallonië en Brussel een stuk slechter dan Vlaanderen, maar tegelijk moet ook Vlaanderen op dat vlak niet al te hoog van de toren blazen. Zowat één op vijf mensen op arbeidsgerechtigde leeftijd in Vlaanderen is vandaag niet aan de slag. Daarmee scoren we op Europees vlak eerder middelmatig.” Binnen die categorie springen een vijftal subcategorieën er resoluut uit: mensen met een migratie-achtergrond, huisvrouwen, ontmoedigde werklozen die intussen op een leefloon terugvallen, mensen met een ziekte-uitkering en vervroegd gepensioneerden. Stijn Baert: “Terwijl de pure werkloosheid nu vooral nog een Waals en Brussels probleem is, blijft het te grote aantal inactieven een Belgisch verhaal. Maar het moge duidelijk zijn: als we een dergelijk hoog percentage mensen op arbeidsgerechtigde leeftijd als definitief afgeschreven voor de arbeidsmarkt beschouwen, dan is een werkzaamheidspercentage van 80% in ons land ronduit utopisch. Het is dan zinloos om dit nog in een regeerakkoord op te nemen. Er zit dus niets anders op dan de pensioenlat hoger te leggen en strenger toe te kijken op die mensen die in de ziekteverzekering belanden. Enkel zo kunnen we een aantal inactieven opnieuw op de arbeidsmarkt krijgen.”

Arbeidsmigratie

Naast het almaar oplopende prijskaartje voor de sociale zekerheid, leidt het relatief hoge aantal inactieven in ons land ook tot een steeds grotere krapte op de arbeidsmarkt. Zeker in combinatie met de snel toenemende vergrijzing van de huidige arbeidsbevolking, die ook tot een verhoogde uitstroom uit de arbeidsmarkt leidt. Vooral in Vlaanderen zien bedrijven zich zo almaar vaker verplicht om ook over de grenzen op zoek te gaan naar geschikte werkkrachten. Illustratief daarvoor zijn de zogenaamde talentmissies die Voka West-Vlaanderen organiseert naar onder meer India en Mexico. Daarbij rijst onvermijdelijk ook de vraag naar het hoe en waarom van de beperkte arbeidsmobiliteit binnen België: in Vlaanderen mag de vijver van de actief werkzoekenden dan stilaan leeggevist zijn, in Wallonië is dat nog lang niet het geval. En dus komen die werkzoekenden in theorie ook perfect in aanmerking om Vlaamse vacatures in te vullen.

“De ambitie om tot een grotere arbeidsmobiliteit te komen is politiek nochtans al vaak uitgesproken”, geeft Baert aan. “Onder meer nog in de arbeidsdeal van deze federale regering. Maar u heeft gelijk: de statistieken bewijzen toch vooral dat die arbeidsmobiliteit – bijvoorbeeld van Wallonië richting Vlaanderen – amper van de grond komt. Ik kan enkel maar vaststellen dat die politieke afspraken te weinig dwingend zijn: het blijft vooral een doe alsof-beleid. De regels om werkzoekenden tot meer mobiliteit aan te zetten raken blijkbaar niet aangescherpt. De stok achter de deur – snellere sancties voor werkzoekenden die weigeren om desnoods ook in het andere gewest een passende betrekking te aanvaarden – ontbreekt dus. Als we zien dat ruim de helft van de werkzoekenden in Wallonië vandaag al meer dan een jaar werkloos is terwijl Vlaamse werkgevers smeken om werkkrachten, dan lijkt er me toch iets mis te zijn met het activeringsbeleid. Want laat ons niet vergeten: meer sterke schouders onder onze sociale zekerheid betekent ook een robuustere sociale zekerheid.”

Toch maar massaal inzetten op arbeidsmigratie dan? “Dat kan een deel van de oplossing zijn, maar enkel op voorwaarde dat je de juiste arbeidsmigranten naar hier haalt, met name mensen die echt komen om te werken of te studeren. Vandaag stellen we vast dat de werkzaamheidsgraad van migranten van buiten de EU in geen enkel EU-land zo laag is als in België. Waardoor ook het algemene draagvlak voor migratie fel gekrompen is. Wij halen haast uitsluitend nog migranten om humanitaire reden naar ons land, met daarnaast ook nog veel mensen die hier omwille van gezinshereniging worden toegelaten. Interna-

tionaal gezien zijn dit uitgerekend de twee stromen die achteraf het slechtst presteren op de arbeidsmarkt. Politici zouden de moed moeten hebben om die negatieve spiraal te doorbreken door migranten aan te trekken die ook echt complementair zijn met onze arbeidsmarkt.” Tegelijk moeten we, zo vindt Baert, ook veel actiever durven te vissen in de al bestaande vijver van werklozen met een migratie-achtergrond. “Een derde van de openstaande vacatures bij de VDAB vraagt geen specifiek diploma, een derde vraagt geen ervaring. Er zal tussen die twee wel wat overlap bestaan, maar daar ligt sowieso dus nog heel wat potentieel.”

Retentiebeleid

Werk aan de winkel dus voor het arbeidsmarktbeleid in ons land maar volgens Anouk Lagae, CEO bij Accent, beperkt ook het bedrijfsleven zelf zich nog al te vaak tot  symptoombestrijding. In die zin zijn bedrijven zelf dus zowel een deel van het probleem als van de oplossing. “De focus ligt nog te vaak vooral op de rekrutering van nieuwe kandidaten, terwijl het retentiebeleid verwaarloosd wordt. De bedrijven die het engagement van hun medewerkers echt systematisch meten en opvolgen blijven tot vandaag helaas nog een minderheid, stellen wij bij Accent Jobs vast. Een onderzoek van Acerta toonde onlangs nog aan dat liefst 40% van de werknemers in ons land vandaag geen doorgroeimogelijkheden zien in hun bedrijf. Dan kan het uiteraard geen verbazing wekken dat die op een gegeven moment andere oorden opzoeken, bij gebrek aan interne mobiliteit, opleidingskansen en doorgroeimogelijkheden. In een bloeiende bedrijfscultuur is er ruimte voor autonomie, wordt er geïnvesteerd in verbinding tussen de werknemers onderling en krijgen werknemers ook voldoende opleidingskansen.”

Accent Jobs, dat enkele jaren geleden zelf nog bekroond werd als een great place to work, investeert fors in die eigen werknemers. Zo krijgen zij jaarlijks bijvoorbeeld 25 dagen opleiding. Die zware investering rendeert ook. “Met een jaarlijkse groei van 8% doen wij het al flink wat jaren een stuk beter dan de meeste andere grote spelers in de markt”, klinkt het. “Dat bewijst dus mijn stelling: bedrijven die durven te investeren in hun mensen plukken daar achteraf ook de vruchten van. Ons engagement gaat overigens ook verder dan enkel maar dat zeer uitgebreide opleidingsaanbod. Onze werknemers genieten bijvoorbeeld ook bijzonder veel autonomie, en als bedrijf krijg je daar heel veel voor terug.” Het veelgehoorde idee dat Belgische werknemers zelf doorgaans ook niet echt warmlopen voor opleidingen, klopt volgens haar overigens ook niet. “In se wil iedereen groeien, al zal ik niet ontkennen dat sommige mensen het inderdaad lastig hebben met constante verandering. Onze hele bedrijfscultuur draait om groei, en die groei van het bedrijf laten wij voortvloeien uit persoonlijke groei. Het komt er dus vooral op aan om die mensen aan te werven die ook passen bij zo’n bedrijfscultuur. Om dit even concreet te maken: elk jaar opnieuw mag 25% van onze medewerkers een promotie tegemoet zien.” Volgens Lagae moeten bedrijven ook veel creatiever omgaan met het begrip groei. “Een ingrijpende verandering van functie doet je als mens én werknemer net zo goed groeien. Heel veel nieuwe instromers op de arbeidsmarkt zijn niet meer op zoek naar een job waarbij ze om de twee jaar promotie kunnen maken en meer gaan verdienen. Ze willen wél aan de slag voor een bedrijf dat hen verschillende interessante ervaringen kan aanbieden. Bedrijven zullen zich in die zin moeten aanpassen, anders zullen ze mogelijk niet overleven.”

Studiereis

Stijn Baert zit op dezelfde golflengte. “Eurostat-statistieken geven telkens opnieuw hetzelfde beeld. Terwijl in de Scandinavische landen doorgaans 30% of meer van de werknemers positief antwoorden op de vraag of ze de voorbije maand een vorm van opleiding hebben genoten, blijft dat percentage in ons land altijd rond 10% schommelen. Het punt is dat het opleidingsaanbod bij ons ook heel versnipperd is en vaak ingebed zit in de sectoren. Zowel de overheid als de werkgevers zouden op dat vlak echt een versnelling hoger moeten schakelen, er is nood aan een stevige cultuuromslag. Ik stel vast dat onze Vlaamse ministers wel regelmatig op studiereis trekken naar Denemarken om te bestuderen hoe ze dat daar precies aanpakken, maar op het terrein zie ik hier vooralsnog weinig veranderen. Dat geldt overigens ook op vlak van retentiebeleid: we moeten nu investeren, bijvoorbeeld in meer welzijn op het werk, om op langere termijn te oogsten. En eigenlijk geldt dat ook voor de politiek: we moeten nu eindelijk een aantal lastige hervormingen durven door te voeren, zodat onze arbeidsmarkt daar op langere termijn de vruchten van kan plukken. Doen we dat niet, dan plegen we eigenlijk een sluipmoord op onze economie en op onze sociale zekerheid.”


Dit artikel is verschenen in Top 5.000, die beschikbaar is in pdf.

Terug
Partner Content
Partner Content
Infotheek
Gids en checklist voor de geïnformeerde bouwer

Gids en checklist voor de geïnformeerde bouwer

 

Stand van zaken Belgische overheidsfinanciën

Stand van zaken Belgische overheidsfinanciën
 

Belgische markt voor online platformen

Belgische markt voor online platformen: Evaluatie van de mededinging en het regelgevend kader
 

Wetstraat
Douane en accijnzen met betrekking tot sancties

Wet tot wijziging van de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977 met betrekking tot sancties en houdende diverse bepalingen - BS 3 mei, p. 49.159

Herstelbaarheid en levensduur van goederen

Wet ter bevordering van de herstelbaarheid en de levensduur van goederen - BS 2 mei, p. 48.922

Wijziging sport/cultuurcheques en koopkrachtpremies

Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de sport/cultuurcheques en de koopkrachtpremies - BS 19 april, p. 44.384