Wat is een artificiële constructie?
De wetgever is niet altijd coherent, aldus het Rekenhof. Sinds 2010 is elke Belgische vennootschap verplicht betalingen aan belastingparadijzen aan te geven wanneer die een totale waarde van meer dan 100.000 euro hebben. De aangegeven bedragen zijn aftrekbaar als beroepskosten als aan twee voorwaarden tegelijk is voldaan: de betalingen zijn uitgevoerd om werkelijke en oprechte redenen; en de bestemmeling is geen artificiële constructie.
Vandaar de vraag: wat is een artificiële constructie? Dat is, zo staat in de memorie van toelichting van de programmawet van 23 december 2009 “een constructie die geen verband houdt met elke economische realiteit en is bedoeld om de verschuldigde belasting in België te ontduiken”. Met andere woorden, zo stelt het Rekenhof ironisch, “als het niet de bedoeling is om Belgische belastingen te ontduiken, zijn de betalingen aftrekbaar als beroepskosten”.
Dat zet natuurlijk de deur open naar disputen. Het levert bovendien een rechtsonzekerheid op die in omzendbrief 2021/C/112 niet kon worden weggewerkt. Daarom stellen de groenen een nieuwe definitie voor: “Een artificiële constructie houdt geen verband met elke economische realiteit en is bedoeld om de verschuldigde belasting in België te ontduiken.”
Lees meer