Vakantie op basis van prestaties tijdens het lopende jaar
Elke werknemer die tijdens het lopende jaar volledig is tewerkgesteld kan tijdens datzelfde jaar vier weken jaarlijkse vakantie nemen: zo luidt de Europese regel, die ons landt negeert door de verschillende stelsels voor ambtenaren, bedienden en arbeiders te blijven toepassen. Waar er voor ambtenaren al een verband is tussen de prestaties in het lopende jaar en het recht op jaarlijkse vakantie, blijft voor arbeiders en bedienden het recht op wettelijke vakantie gekoppeld aan prestaties die tijdens het voorgaande jaar werden geleverd.
Bovendien is er een verschil in de uitbetaling van het vakantiegeld voor arbeiders en bedienden. Bedienden ontvangen hun vakantiegeld rechtstreeks van hun werkgever, terwijl voor arbeiders een RSZ-inhouding wordt verricht op de lonen van het vakantiedienstjaar, waarna de bijdragen via de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) en vakantiekassen het jaar daarna worden uitbetaald aan de arbeiders.
Daardoor hebben de bedrijven hoge administratiekosten, zo argumenteert de N-VA, die vanuit een streven naar harmonisering voorstelt om het recht op jaarlijkse vakantie voortaan te baseren op de prestaties van het lopende jaar en zowel het enkel als het dubbel vakantiegeld rechtstreeks door de werkgever aan de werknemer te laten betalen.
Lees meer