Opzegging: maximaal 13 weken
Met de wet van 26 december 2013 is voor arbeiders en werknemers één statuut inzake opzegging ingevoerd. Die laatste mag maximaal 13 weken bedragen als de werknemer zelf zijn ontslag indient. In de tekst waren echter ook overgangsbepalingen opgenomen, die werden gekenmerkt door een flagrante ongelijkheid tussen lagere en hogere bedienden.
Waar voor de eerste groep de duur van de opzeg bestond uit de oude opzeggingstermijn op basis van de anciënniteit tot 31 december 2013, vermeerderd met de nieuwe opzeggingstermijnen te rekenen vanaf 1 januari 2014, zonder dat die 13 weken mocht overschrijden, genoot de tweede groep een uitzondering zodra hun jaarloon op 31 december 2013 meer dan 32.254 euro bedroeg.
Omdat zij als ‘hogere’ bedienden werden aangemerkt, bedroeg hun opzeggingstermijn immers anderhalve maand per begonnen anciënniteitsperiode van vijf jaar, met een maximum van 4,5 maanden, en 6 maanden wanneer hun jaarloon op 31 december 2013 meer dan 64.508 euro bedroeg. Die overgangsbepalingen, waarop het Grondwettelijk Hof meermaals kritiek uitte, zijn nu opgeheven.
Lees meer