Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten: maximaal twee jaar
Omdat opeenvolgende arbeidsovereenkomsten een bron van onzekerheid vormen, heeft de regering het gebruik ervan beperkt door vast te leggen dat een werknemer die uitsluitend aan het werk was in het kader van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur waarvan de totale looptijd meer dan twee jaar bedraagt, zal worden beschouwd als een werknemer die in dienst was met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Dezelfde regel geldt voor vervangingsovereenkomsten.
In de praktijk is hij echter niet van toepassing wanneer verschillende types overeenkomsten worden gemengd, zodat, aldus het Grondwettelijk Hof, een werknemer jarenlang bij dezelfde werkgever aan de slag kan zijn met opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten.
Om gevolg te geven aan het arrest (93/2021), waarmee het Grondwettelijk Hof de wetgever oproept om de wet op de arbeidsovereenkomsten te herzien, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed dat de totale duur van één of opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur of voor een duidelijk afgebakend werk en van een of meerdere vervangingsovereenkomsten tot twee jaar beperkt, behalve wanneer er sprake is van een aan de werknemer toe te schrijven onderbreking. Als die periode wordt overschreden, zijn de regels voor een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur van toepassing.
Lees meer